indiaans bloed

Annemarie

21 februari 2020

In tijden van Carnaval, wat vanaf vandaag ook weer volop gevierd wordt in het Brabantse en Limburgse land, ging ik als klein meisje altijd graag als indiaantje verkleed. Niet gewoon net als mijn klasgenoten als Madonna, Cindy Lauper, punker of als baby, wat toen heel erg in was. 
Nee, gewoon als indiaantje. Ik vond dat stoer, maar tegelijkertijd voelde het ook heel erg vertrouwd op één of andere manier. 
Maar hoe anders voelde ik me in mijn tienerjaren toen ik samen met mijn ouders en broer een rondreis door Amerika maakte en we de unieke kans kregen om een bezoek te brengen aan een echt indianenreservaat?

Een verward gevoel

Nog diep onder de indruk van de adembenemende prachtige natuur en de wonderlijke rotsformaties en vergezichten van de Grand Canyon vervolgen we onze rondreis naar de staat Utah, waar we o.a. een kijkje zullen nemen in een indianenreservaat (lees; nederzetting).
Maar daar heb ik helemaal geen zin in. Veel liever wil ik doorrijden want voor mij hoeft dit allemaal niet zo nodig.
Maar eenmaal bij aankomst voel ik me er vreemd genoeg en op één of andere manier helemaal thuis, zo tussen de indianen, ook wel Native Americans genoemd.
Zou dit misschien iets te maken kunnen hebben met het feit dat ik, net als de meeste Colombianen van indiaanse afkomst ben, waardoor ik ook het indiaansbloed door mijn aderen heb stromen? Voel ik me daarom zo tot hen en al hun kleurrijke zelfgemaakte tassen, sieraden en poncho’s aangetrokken? Ik weet het niet. Maar één ding weet ik wel en dat is dat ik dit helemaal niet wil. Ik wil me niet tot hen aangetrokken voelen. Ik wil niet op ze lijken en ik wil me er al helemaal niet thuis voelen. Ik ben toch die Hollandse meid met een tintje dat zich helemaal Nederlands voelt? Maar waarom voel ik me dan toch zo vertrouwd tussen hen? Waarom kan ik het niet laten om mezelf steeds met hen te blijven vergelijken in hoe ze eruit zien qua lichaamsbouw, hoe ze zich voortbewegen en hoeveel gelaatstrekken we met elkaar gemeen hebben?
Antwoorden heb ik niet en mijn vinger erop leggen kan ik al evenmin niet. Ik voel me verward en niets liever wil ik hier dan ook zo snel mogelijk weer weg. Weg van deze plek waar zo ongelooflijk veel verschillende gevoelens, die ik niet kan plaatsen, samen komen.
Gelukkig is het reservaat niet zo heel erg groot en dus stappen we na een half uur daar rondgelopen te hebben de auto weer in, opweg naar ons volgend avontuur.
Maar hoe vreemd het ook mag klinken, helemaal verdwijnen doen al die verschillende emoties en soms verwarrende gevoelens vanaf die dag niet meer. Ergens diep van binnen blijven ze sluimeren en op de meest vreemde en onverwachte momenten komen ze soms zomaar ineens toch weer even naar boven drijven. Zo ook tientallen jaren later, wanneer ik met mijn eigen gezin een bezoek breng aan een pretpark en waar we in een in een restaurant gezellig een hapje zitten te eten.
Het restaurant staat volledig in het teken van de Western stijl en met een beetje inlevingsvermogen waan je jezelf ineens terug in de tijd van de cowboys en indianen. Bij binnenkomst staat er een enorm groot uit hout gesneden indianenbeeld en overal waar je om je heen kijkt staan en hangen spullen die door cowboys en indianen veel gebruikt werden. En hoewel het aanschouwen van al die spullen al een indruk op me weet achter te laten, ben ik vooral heel erg diep onder de indruk van de vele foto’s en portretten van de indianen, die overal aan de wanden hangen. Weer word ik overvallen door gemengde gevoelens en emoties die naar boven komen en hoe ik ook mijn best doe om ze de baas te blijven, op één of andere manier lukt me dat niet en voordat ik het weet springen de tranen in mijn ogen.

Mesa Verde National Park

Hoe kan dat toch? Ik begrijp het gewoon niet. Waarom grijpt dit me nu toch weer zo aan?
Ik bedoel; we zitten notabene niet eens in Amerika… sterker nog we zitten gewoon in een restaurant binnen een pretpark. En toch komen al die verwarrende gevoelens weer naar boven toe. Ik snap het gewoon niet, want als ik terugdenk aan onze tweede reis, die ik samen met mijn ouders en broer door Amerika heb gemaakt. En waar we tevens een bezoek aan het Mesa Verde National Park, een prachtig gebied waar de indianen in hele vroegere tijden indrukwekkende huizen in de rotsen hebben weten te bouwen, voelde ik al die verwarrende emoties en gevoelens niet. Sterker nog, ik was alleen maar diep onder de indruk van al die bijzondere creaties die de indianen uit een heel ver verleden hadden gecreërd.

En ik weet niet of het aan de leeftijd ligt, maar ik merk wel dat ik steeds vaker open sta voor mijn indiaanse roots. Iets wat ik in mijn tienerjaren nooit van zijn leven van mezelf gedacht zou.
Zo zie je maar weer;  zeg nooit, nooit en blijf altijd open staan voor veranderingen.